Tijdens de zomer van 2009 liep ik toevallig doorheen een rommelmarkt in Beernem. Mijn interesse gaat uitsluitend uit naar oude radiotoestellen. Plots krijg ik een oude, vuile SBR te zien met vier bedieningsknoppen vooraan, waarvan er één ontbrak.
Tussen alle andere rommel door stappend even de achterkant gaan bekijken en ja, de achterwand was nog aanwezig. Het betrof hier het type 861 A. De jonge dame van deze rommelstand zag mijn interesse en kwam op mij af: "Ja mijnheer 't is nog ene van mijn grootmoeder die aan zee woonde en die stond al vele jaren op haar zolder"
Vooral de afstemschaal trok mijn aandacht daar de middengolfband een spreiding had over twee banden. Het eerste deel ging over 285m - 570m en het tweede 120m - 300m. Op golflengten tussen 120m en 180m trof ik de verwijzing naar de Belgische en Hollandse vissers. Dit vond ik wel uniek en in gedachten vroeg ik mij af wat er tegenwoordig op de golflengte 120 à 180m nog te horen was. Dat er geen vissersboten nog gebruik maakten van deze golflengte is wel duidelijk, maar wie of wat dan wel? Het toestel beschikt in totaal over 6 afstembanden: 1xLG, 2xMG en 3xKG.
Spijtig van de ontbrekende knop, maar voor € 5 was dit toestel te koop en die ontbrekende knop, daar zal ik wel een mouw aan passen. Ik overhandigde de dame €5 en liet de radio opzij plaatsen om deze later op de dag op te halen. Het toestel belande 's avonds in mijn garage met de bedoeling het daaruit te kasten en het meeste vuil met de luchtcompressor te verwijderen.
Restauratie chassis
In december 2009 nam ik aanvang met de restauratie en belande het chassis in de hobbyruimte. Ondertussen was ik reeds op zoek gegaan naar het principeschema en zoals dikwijls het geval is met deze naoorlogse toestellen was er geen schema te vinden en kon ik enkel het bouwjaar 1951 achterhalen. Dus dit dient dan maar opgetekend te worden aan de hand van de onderdelen en de bedrading.
Het eerste dat mij opviel was dat het toestel reeds een restauratiebeurt had meegemaakt:
- LS-verbinding doorgeknipt en daarna terug doorverbonden met kroonsteentje.
- U G T vervangen door een nieuw klein modern Philips type.
- Beide elco's in de voedingskring vervangen door MBLE types.
- Verscheidene rolcondensatoren vervangen door Philips mosterd types.
Wel een rare buisbezetting, deze bestaat uit: ECH 42 - EF 41 - 6SQ7 - 6V6 - 5Y3 en 6E5. Bij nader toezicht bleek dit origineel van de fabriek uit, dit was duidelijk af te leiden uit de montage van de buisvoeten. De buisvoetopeningen in het chassis waren allen geponst voor het OCTAL type en allen voorzien van zo een buisvoet. Voor de ECH 42 en EF 41 had men deze buisvoeten vooraf uitgefreesd en er een RIMLOCK-buisvoet bovenop geplaatst. Verder had men voor de ECH 42 tussen het chassis en buisvoet zelfs rubberen doorvoertulen gemonteerd (ik vermoed in verband met microfonie van deze buis)?
Detail van beide buisvoeten boven elkaar gemonteerd, met 2 rode doorvoertulen tussen chassis en OCTAL-buisvoet (oorspronkelijke tulen waren verstorven en zijn vervangen door nieuwe).
Alle buizen werden op de Neuberger RPM 370/1 uitgetest en de meeste waren nog in tamelijk goede conditie. Behalve het oog 6E5 dit was volledig uitgeput en aan vervanging toe. Na het ganse chassis grondig gereinigd te hebben nam ik een aanvang met het optekenen van het principeschema, echt een leuke bezigheid voor de lange donkere winterdagen. Waar ik dan ook vele hobbyuren mee bezig was.
Volgende stap was het controleren van alle condensatoren en weerstanden. De afvlak elco's welke reeds bij de vorige restauratie vervangen waren worden opengemaakt en voorzien van nieuwe inhoud. Ook de ronde condensatoren worden getest op lek en tolerantie en waar nodig vervangen. Ik zet deze eerst onder max. werkspanning en kijk na of er lekstroom is, zo ja eruit! Het heeft geen zin een lekkende condensator op capaciteit na te meten daar je dan een foutieve (grotere) capaciteit meet. De vlakke, rechthoekige in paraffine gedrenkte micacondensatoren bevonden zich nog in perfecte staat en werden dan ook niet allemaal losgemaakt voor controle. De weerstanden met te grote afwijking worden eveneens vervangen. Voor deze werkjes is het wel handig om over het principeschema te beschikken, daar men voor het juist opmeten van sommige C of R-waardes vele kringen dient los te maken. Al de gecontroleerde componenten worden dan aangeduid op het schema en zo krijgt men een overzicht van wat gecontroleerd is. De MF kringen worden eveneens opengemaakt en nagezien. De kernen van deze waren met een soort verharde stopverf geborgd en onmogelijk te verdraaien, waarschijnlijk is hier nog niet aan gerommeld. Dit zullen we wel ondervinden bij het afregelen van de RF-kringen.
Een afgeschermde spoelbus met regelkern kon ik niet onmiddellijk thuiswijzen en wordt dan eveneens opengemaakt en de aansluitingen opgetekend. Het betreft hier een LC-filter welke in de stuurroosterkring (G1, 6V6) is opgenomen. Deze spoel van 228 Ω - 142 mH staat in serie met C3 van 2650 pF. Bij navraag op het Nederlandse radioforum lichte Hugo Sneyers de functie toe, het betreft hier een fluitfilter. En John Hupse vulde aan: in 1950 werd in Europa het 9 kHz raster ingevoerd op de middengolf. Hierdoor is het mogelijk om de interferentietoon van een zender in een aangrenzend AM-kanaal weg te filteren m.b.v. een 9 kHz filter. Je ziet dergelijke "fluitfilters" vooral bij toestellen uit deze periode. Zo zie je maar je bent nooit te oud om bij te leren.
De voedingstransformator werd eveneens doorgemeten en was gelukkig nog OK.
De Philips uitgangstransfo welke qua uitzicht zeker niet paste werd vervangen door een oorspronkelijk ogend type met juiste belasting van 5 kOhm voor de 6V6.
Na de controle van de elektrische componenten was het de beurt aan het mechanisch gedeelte. De glazen afstemschaal wordt verlicht door vier lampjes met daartussen een licht verstrooischerm. Dit alles zat vol met stof en vuil en diende derhalve volledig gedemonteerd te worden en dat was wel een hele klus. Terwijl het frame met de afstemschaal verwijderd was kon ik gemakkelijk bij de snarenloop afstemcondensator die wel aan vernieuwing toe is en op deze wijze gemakkelijk uit te voeren. Vervolgens wordt het ganse chassis met staalwol nogmaals grondig ontdaan van alle vuil en roestvlekjes waarna ik het chassis voorzie van een laagje vernis om verder roesten tegen te gaan. Het frame voor de afstemschaal ondergaat dezelfde behandeling en is zo eveneens beschermd tegen de roestduivel.
Nu kon het frame met lichtverstrooischerm en afstemnaald teruggeplaatst worden, samen met de mechanische golflengte aanduiding, waarvan de aparte snaar incluis met opspanveer in duigen lag. Ook dit laatste was een hele klus en Murphy ging eveneens een handje toesteken, de golflengte aanwijzer welke vertikaal op en neer beweegt had ik onderste boven gemonteerd! Dit kwam natuurlijk maar aan het licht na montage van de glazen afstemschaal en na positioneren van de rode golflengte aanwijzer. Dus ik kon dit klusje nog eens overdoen! Nu nog de rode afstemnaald in de juiste positie plaatsen en het toestel was bijna klaar om eens onder spanning te plaatsen. Eerst nog een oud ogend netsnoer geconstrueerd. Hiervoor neem ik 2 nieuwe geleiders 0,75 mm² welke ik in elkaar twist en daarna overtrek met een lange bruine schoenveter, het ene uiteinde voorzie van een NOS-netstekker. De geteste buizen in het toestel, luidspreker doorverbinden, een degelijke buitenantenne aansluiten en een DC Voltmeter over R1, 150 Ohm. (De totale gelijkstroom loopt door deze weerstand en zorgt zo voor de negatieve voorspanning van de 6V6, welke ik onmiddellijk kan aflezen). Telkens ik zo een gerestaureerd toestel voor de eerste maal onder spanning zet geeft dit toch een kick, veel foutlopen kan er niet daar alle vitale componenten gecontroleerd zijn en in de meeste gevallen is er steeds onmiddellijk geluid... Maar in dit geval stak Murphy voor de tweede maal een handje toe! Van zodra de buizen in emissie traden kwam er een oorverdovend gegrom uit de luidspreker. En ja je kan het al raden, door het vervangen van de uitgangstransfo was de secundaire tegenkoppeling in fase, na omkeren van de aansluitingen was alles OK en de eerste klanken van radio 1 op 323 m. vulden de kamer. Volgende stap was de golflengte tussen 180m en 120m uitproberen, maar zoals ik al een stil vermoeden had, op wat geruis na was er niks te ontvangen.
De visserijband was zeker al tientallen jaren verhuisd naar de FM-oorden. Het toestel terug op Radio 1 afgestemd en met de frequentiemeter het MF gemeten, dit stond ingesteld op 490 kHz. Aangezien de kernen van deze filters niet los te krijgen waren ging ik over tot het afregelen van het RF. Gelukkig waren er voor elk van de 6 golfbanden 2 markeringen aangebracht op de afstemschaal waarop met dient af te regelen. Verder had ik tijdens het optekenen van het schema, eveneens de overeenkomstige trimmers en spoelkernen in kaart gebracht (12 trimmers + 12 spoelkernen).
Het afregelen van de 6 golflengten aan de hand van de markeringen op de afstemschaal gaf geen noemenswaardige problemen. Alle trimmers en regelkernen dienden niet abnormaal in of uitgedraaid en op alle golflengten komen er zenders door en de gekende zenders op middengolf zitten nog op de juiste plaats ook. Het toestel is terug technisch OK zowel qua selectiviteit en gevoeligheid. Wel is er nog een klein probleempje met de volume potmeter waarin de luidspreker hoorbare slijtage waarneembaar is tijdens het verdraaien. Helaas is het er een met een midden aftakking welke ik niet bezit, dus weet ik weer waar naar uit te kijken bij de volgende ruilbeurs.
De ontbrekende bedieningsknop vond ik in mijn eigen verzameling ik leende deze van een radio AREL welke twee identieke knoppen bezit
Restauratie radiokast
De kast is niet om aan te zien, bovenkant de klassieke grijze watervlek van een bloempot, plaats rond de draaiknoppen vuile vettige smurrie, rechterzijkant twee diepe krassen en het voorfront bezit een plastieken grille welke ooit goudkleurig was gespoten maar er nu bruinzwart uitzag van tabaksrook en stof.
In eerste instantie worden alle kastdelen losgeschroefd en bekijk ik hoe de plastieken grille kan gereinigd worden. Geeft wel een probleem: de vier lijstjes welke de grille rond de glazen afstemschaal afboorden zitten met beenderlijm vastgelijmd aan de multiplexplaat achterkant grille. Na veel gesukkel kon ik uiteindelijk een lijstje ongeschonden verwijderen, de drie andere lijstjes deden daarna zo moeilijk niet.
Na het losmaken van de grille ging ik deze te lijf met een tandenborstel, zeepsop en schuurpoeder. Dit kuisen ging mij spoedig vervelen en ik greep naar sterkere middelen: ovenreiniger in spuitbus. Een dikke laag van dit schuim aangebracht een 15 tal min. laten inwerken, afspoelen en klaar. Na een nachtje drogen werden de grille + de vier lijstjes voorzien van enkele lagen goudverf en na drogen kon de grille weer gemonteerd worden op de multiplexplaat.
Voor de rest van de kast was er maar één goede oplossing: terug beginnen van op het naakte hout. Met ver afbijt worden alle vernis en zwarte verf verwijderd. Daarna wordt de grijs verkleurde watervlek aangepakt. Met behulp van een schraapstaal wordt de bovenste laag van het fineer afgeschraapt en komt de nieuw onverkleurde fineer naar boven. Op deze manier wordt de kast volledig geschraapt en kunnen alle kleine oneffenheden, zoals kleine putjes en krassen er uit gehaald worden.
Op deze wijze heb ik er eveneens twee zware krassen (0,2 mm diep) op de rechterzijkant eruit gehaald. Is wel oppassen geblazen als je weet dat fineerhout maar 0,8 mm dik is en dat na het verlijmen in de fabriek er reeds een deel afgenomen wordt bij het afwerken van de kast. Vermoedelijk gebruikte met in die tijd eveneens een schraapstaal. En er nu nogmaals een kras van 0,2 mm eruit schrapen dat er niet veel meer in dikte zal overblijven van het fineer. Voor je het beseft zie je de lijmondergrond er door komen! Met een schuurmachine moet je het zeker niet proberen dan zit je er zo wie zo op de een of andere plaats erdoor! (Voor meer info over een schraapstaal, zie internet).
Volgende stap: alle kastdelen in langsrichting van het hout schuren met zeer fijn schuurpapier (korrel 500). Daarna wordt alles bijgekleurd en de zwarte hoekverbindingen voorzien van nieuwe verf. Na het drogen is de kast dan af te werken met twee lagen brillant vernis. Na de eerste laag laat ik de kast 24 uur drogen, daarna lichtjes met fijn waterschuurpapier mat schuren en de tweede laag aanbrengen.
Nu rest er alleen nog de hermontage van alle kastdelen en daarna het terug inkassen van chassis met luidspreker. Als toetje op de taart wordt het rode SBR embleem en achterwand terug geplaatst. Waneer ik daarna het toestel aanzet, afstem naar een van de nog resterende zenders op de MG, de 6E5 volledig zie dichtgaan en luister naar radio 1, komt er een gevoel van voldoening in mij terug naar boven en ik denk:
"Terug eentje gered van de brandstapel"!