Project

Een eenvoudige wikkelmachine

Enkele maanden terug tijdens het herstellen van een SBR 374A stuitte ik op een defecte uitgangstransfo. Bij nader onderzoek bleek de primaire winding onderbroken en een vervanging van de trafo drong zich dus op. Daar ik op dat ogenblik niet onmiddellijk over een geschikte vervang trafo beschikte besloot ik het defecte onderdeel te demonteren en de primaire en secundaire te her wikkelen. Immers, een 25-tal jaren terug had ik nog praktische ervaring opgedaan in het manueel wikkelen van voedingstrafo's met o.a. een 2 x 250 volt wikkeling voor een plaatspanningsapparaat. Deze vage herinneringen van een kwart eeuw terug zetten me aan het denken en om de zaak tot een goed einde te brengen moest ik op de volgende vragen een juiste oplossing zien te vinden.

  • Manueel wikkelen met draad van 1/10 mm diameter netjes aansluitend naast elkaar is geen sinecure, vooral als het om veel windingen gaat.
  • Een telsysteem om het aantal wikkelingen te tellen dringt zich op daar men gemakkelijk tijdens het wikkelen de tel kwijt raakt.
  • Een opwikkel systeem te bouwen welke met eenvoudig en goed- koop materiaal is samen te stellen en geschikt voor kleine en grote spoelvormen.

Na wat denkwerk besloot ik volgend toestel samen te stellen: Een met de hand aangedreven opwikkelhaspel waarop de spoel- houder van de uitgangstrafo wordt bevestigd en voorzien van een draadgeleider met trekregeling, zodat de windingen netjes naast elkaar goed aansluitend worden op gewikkeld.

1. Opwikkelhaspel

Op een multiplexplaat worden twee harde houten balkjes welke als frame dienen voor de opwikkelhaspel en draadgeleider, vastgelijmd (zie tekening).

Schema

Het uiteinde van een draadstang M5 wordt geplooid volgens de tekening en voorzien van een plastiekbuisje dat los over de draadstang soepel kan ronddraaien. Het plastiekbuisje zelf wordt met 2 vastgelijmde moertjes op de juiste plaats gehouden, zodat men een goed in de hand liggend draaihendeltje bekomt. Vervolgens schuift men een riemschijfje over de draadstang waarna dit eveneens met 2 dito moertjes en secondelijm wordt vastgelijmd op de stang.

Het geheel wordt nu tezamen met de spoelhouder doorheen de voorziene gaten in het frame gemonteerd en met de nodige moertjes wordt de spoelhouder tussen het frame gecentreerd en vastgezet op de draadstang. De draadstang zelf wordt vervolgens met een moertje en contramoertje zodanig gere¬geld dat het geheel soepel kan ronddraaien zonder axiale speling.

2. Draadgeleider

Aan het uiteinde van een stuk draadstang M5 bevestigt men een riemschijf. De diameter van deze riemschijf zal afhangen van de volgende waarden:

  1. Diameter van het riemschijfje gemonteerd op de opwikkelhaspel
  2. Spoed van de schroefdraad op de draadstang
  3. Dikte van de op te wikkelen draad (draad + isolatie)

Voor een draaddikte van 12/100 en een draadstang M5 is de diameterverhouding van de riemschijfjes ongeveer 1 op 6.

Vervolgens schuift men het geheel doorheen de voorziene gaten in het frame en wordt dit eveneens met een moertje en contramoertje zodanig afgeregeld dat de draadgeleider soepel ronddraait zonder axiale speling. (Een druppeltje olie tussen frame en draadgeleider is hier wel aangeraden). Voor andere draaddiktes zal men uiteraard de overbrengings-verhouding tussen opwikkelhaspel en draadgeleider moeten wijzingen. Eveneens bij het gebruik van een andere diameter draadstang.

De spoed van de schroefdraad van M5 is 0,8 mm
voor M6 en M7 is dit 1 mm
voor M8 en M9 is dit 1,25 mm

3. Trekregelaar

Teneinde de wikkeldraad onder een constante spanning op te wikkelen, wordt de draad tussen 2 vlakke strookjes kunst¬stof (vb. plexiglas) gevoerd. De spanning op de trek¬regelaar is instelbaar m.b.v. 2 houtschroeven en 2 spiraal¬veertjes welke de druk op strookjes kunststof regelen (zie tekening).

Het geheel wordt naargelang de dikte van de draad zodanig ingesteld dat de wikkelingen niet te los worden op gewikkeld.

4. Teller aantal windingen

Aan het uiteinde van de draadstang opwikkelhaspel wordt een fiets km tellertje gekoppeld, om het aantal windingen op de spoelhouder te registreren (type welke gemonteerd wordt op de vork van het voorwiel). Het tellertje dient wel even opengemaakt om de overbrengingsverhouding aan te passen naar 1 op 1. Hiervoor volstaat het, om het excentrisch tandwieltje uit het tellertje te verwijderen en het segment van de eenheden (1 km) rechtstreeks vast te lijmen op het aandrijfasje.

5. Afwikkelhaspel

Nu rest ons alleen nog een afwikkelhaspeltje te bouwen om de klos met wikkeldraad gemakkelijk te ontrollen. Een metalen plaatje in U vorm geplooid met een draagasje er doorheen waarover de klos draad vrij kan ronddraaien is hier voldoende.

Nadat de klos met wikkeldraad gemonteerd, tussen de trekre-gelaar en over de draadgeleider heen, aan de spoelhouder is bevestigd kan men met het opwikkelen van de draad van start gaan. Wel nog even uittesten in welke richting de draadge-leider dient aangedreven te worden! Er wordt tegen de klok in langs boven opgewikkeld, en begint men de eerste laag windingen van links naar rechts dan dient de draadgeleider met de klok mee te draaien (riempje gekruist aanbrengen op de riemschijfjes).

De tweede laag zal dan uiteraard van rechts naar links worden op gewikkeld en dan zal de draadgeleider tegen de klok in moeten draaien (aandrijfriempje niet gekruist). Indien nu blijkt dat tijdens het opwikkelen de windingen niet netjes naast elkaar liggen dan zal men de aandrijfverhouding van de draadgeleider moeten aanpassen. Eenmaal alles juist ingesteld, kan men doodgemakkelijk wikkeldraad van 1/10 mm laag per laag opwikkelen. Wel steeds tussen iedere laag een strook kristalpapier aanbrengen en niet vergeten de aandrijving draadgeleider om te keren.

Defecte oude originele voedingstransformatoren en dergelijk hoeven voor mij dus niet meer vervangen te worden. Met de nodige dosis geduld komen deze weer piekfijn in orde.

Nog veel bouw en wikkelgenot.

Schema