Restauratie

Saba 311 WL

Tijdens het bekijken op één van de Belgische gekende verkoopsites in september 2013 stuitte ik op een verkoopaanbieding van een SABA 311 W, aangeboden door een bekende Belgische radioverzamelaar. Bij nadere uitleg op de site bleek het om een donor toestel te gaan waarvan verscheidene onderdelen ontbraken en de bakelieten kast op meerdere plaatsen beschadigd was. Op de ene, bijgevoegde frontfoto zag het toestel op de niet aanwezige bedieningsknoppen na en een vervuild luidsprekerdoek er nog volledig en ongeschonden uit. Ik meen mij te herinneren dat dit toestel toen aankocht voor de belachelijke prijs van 5 Euro, en tijdens het daarop komend weekend ging ik dit gaan afhalen in de Ardennen.

Met de GPS in aanslag naar het opgegeven adres, en zoals het meestal hoort kwamen we zonder noemenswaardige problemen ter plaatse bij de verkoper. Toen ik het donor toestel aanschouwde moest ik toch even slikken, nu werd het pas duidelijk waarom ik dit zo goedkoop kon aankopen.

Er ontbrak zowat van alles aan, daar het als donor toestel dienst had gedaan.

  • Geen voedingstransformator
  • Geen uitgangstransformator
  • Alle buizen er uit
  • Geen bedieningsknoppen
  • Geen achterwand
  • Op 3 hoeken achteraan bakelieten kast, grote stukken afgebroken. Enkel de linker achterhoek boven was nog intact.

Gelukkig was de voorkant nog in perfecte staat, ook de afstemschaal met het wijzermechanisme liep soepel heen en weer.

Verder stak in elk bedieningsgat een as uiteinde welke ik kon bedienen. Kortom, een foto zegt meer hoe ik het toen ervaarde, en voor 5 Euro mag je nu ook niet veel meer verwachten (foto 1 & 2).

Het resterende van het donor toestel was in feite nog goed voor de aanwezige originele onderdelen, dacht ik...

Tijdens de terugreis echter, zat ik onmiddellijk mijn hersenen te pijnigen hoe de bakelieten kast zou te herstellen zijn. Een neef van mijn vrouw is kunstschilder en deze had in het verleden voor mij reeds een zeer beschadigde philieten 7 kant Philips luidsprekerkast met de door mij herstelde beschadiging perfect terug bijgeschilderd. Dus bij deze kast moet dit eveneens lukken!

Op zoek naar de schakeling & ontbrekende onderdelen

De eerste stap was het downloaden van het schema om de buisbezetting en de principe schakeling te verkennen. Waaronder:

  • B1= Rens 1284, als periodische HF versterker
  • B2= Rens 1284, anodedetector met HF terugkoppeling
  • B3= Res 164, vermogen eindversterker
  • B4= RGN 1054, dubbelfasige gelijkrichter

Het gaat hier dus duidelijk om een 3 traps rechtuit ontvanger voor MG en LG. Het binnenkomend antenne signaal wordt door middel van een variabele vlinder condensator 2 x 10 pF en de parallel hieraan de periodisch afgestemde spoel, aangelegd aan het stuurrooster van B1. Met deze schakeling regelt men op deze wijze tevens het volume.

In de anode kring van B1 bevindt zich de koppeltransformator naar B2, samen met de met de terugkoppelspoel naar B2. B2 staat ingesteld als anodedetector en het resterende HF in de anodekring op deze buis wordt via de variabele vlindercondensator van 20 en 40 pF en de seriespoel teruggekoppeld naar het stuurrooster van deze buis. Deze variabele C wordt zodanig ingesteld dat men max. versterking bekomt, en dat de zaak juist niet begint te oscilleren (Mexicaanse hond). In 1933 was dit blijkbaar nog toegelaten (fig.1).

Mijn ervaring met deze manier van afstemmen kwam terug naar boven uit de eindjaren 1960. In de praktijklessen van mijn EURELEC cursus bouwde ik zelf eveneens 2 en 3 trap ontvangertjes met zo specifieke terug koppelingen. Je kon daar met een paar buizen, een goede buiten antenne en met wat ervaring qua terugkoppelen, aardig wat zenders binnenhalen. Zelfs tot mijn moeder er horendol van werd. Eén negen twee, goed idee, luister mee naar Veronica! B3 is de vermogen versterker in klassieke schakeling met een uitgangstrans- formator als belasting: primair 10 K Ohm en secundair 4 Ohm.

B4 is een dubbelfasige gelijkrichter, zorgt afzonderlijk voor de bekrachtiging van de elektrodynamische luidspreker, en verder voor de nodige positieve hoogspanningen en negatieve voorspanningen.

De zoektocht naar de ontbrekende onderdelen kon dus beginnen. Voor de buizen zou ik er al 3 van de 4 kunnen aankopen op de eerstvolgende beurs in Zwijndrecht. Eveneens voor de ontbrekende draaiknoppen zou ik daar terecht kunnen, dus nog even afwachten. Wat de te vervangen voedingstransformator betreft kon ik in mijn eigen assortiment wel terecht. Ik vond daar een geschikt model qua afmetingen en van voldoende vermogen. Primair: 110 tot 245 Volt.

Secundair 2 x 264 Volt HT, 4,2 volt voor de gelijkrichter. Enkel de filamentspanning voor de radiobuizen was 6,2 Volt, maar dit waren de gemeten leegloop spanningen en we ondervinden het wel, eens de transformator in het toestel en onder belasting staat. Een geschikte uitgangstransformator zou ook wel ergens in mijn reserve onderdelen te vinden zijn.

Bakelieten radiokast

Mijn grootste zorg was de zwaar beschadigde radiokast, en deze diende dus eerst te worden aangepakt. Na het uitkasten van het chassis, luidspreker en luidsprekerdoek kon ik grondig de bakeliet beschadigingen bekijken. Uit 3 van de 4 hoeken was er een groot stuk uitgebroken en verdwenen, en zijkanten onderaan vertoonden een barst. Een liep zelfs door tot aan het linker potentiometer gat vooraan! Deze barsten waren licht zichtbaar maar niet voelbaar, en dit werd dus eerst onderhanden genomen. Ik zaagde 2 scherpe hardhouten spieën en opende hiermee zover als mogelijk de beide scheuren. Vervolgens werd er met 2 componentenlijm alles zover mogelijk voorzien van deze lijm en met een spanband terug op de juiste plaats dichtgetrokken (foto 3 & 4).

Na een nachtje drogen bleef alles terug keurig op zijn plaats, en kon ik beginnen met het opvullen van de afgebroken bakeliet stukken. In eerste instantie werd alle verharde uitstekende lijm binnenkant kast verwijderd. Vervolgens werd een vertint metalen plaatje, dikte 0,25 mm en enkele cm groter dat het op te vullen gat, op maat gesneden. Dit plaatje werd dan vervolgens in de bankschroef haaks, en waar nodig met behulp van een metalen buis rond geplooid, dit perfect passend tot op de binnen contouren van de bakelieten kast (foto 5).

Om gans het geheel nog te verstevigen lijmde ik de binnenkant over het hele vlakke zijstuk, nog een bruin pertinax plaatje, dikte 1,25 mm heen (foto 6).

Op deze manier werd eveneens de rechter bovenkant aangepakt en na uitdrogen van de 2 componentenlijm was de kast klaar voor het plamuurwerk.

Vervolgens werd de polyesterplamuur voldoend dik aangebracht ter vervanging van het bakeliet. En na drogen kon ik de buitenkanten herprofileren zoals deze kast oorspronkelijk uit de pers gekomen was. Dit diende ik volledig uit de hand, met vlak zoete vijl, schuurpapier, winkelhaak en meetlat uit te voeren. Dit ten einde de kast terug tot één vloeiend geheel te brengen. Een geduldig werkje dus, maar het resultaat mocht gezien zijn (foto 9 & 10).De bakelietkast kon nu naar de kunstschilder om het bruine marmer patroon terug bij te schilderen en de mat geschuurde bakeliet stukken terug wat glans te geven.

Luidspreker, uitgangstransformator & exitatie

Na het uitkasten van het chassis en de luidspreker, kon ik het niet nalaten even de Ohm meter over de draaduiteinden van de exitatie te plaatsen. Ik had zo al een bruin vermoeden… En jawel de wikkeling lag open, hopelijk is het maar bij het begin en of het einde van de wikkeling en kan ik de verbinding herstellen. Daar gans de metalen constructie gecorrodeerd was, zat er ook niets anders op dan de metalen constructie te demonteren om te behandelen. Zo kreeg ik ook de exitatie spoelhouder in handen, en ja hoor, de eindaansluiting was nog intact. Verder zag de emaildraad wikkeling er nog heel keurig uit, de onderbreking moet dus ergens in de wikkeling zitten (foto 11 & 12).

Gelukkig was de spreekspoel met een impedantie van +/- 4 Ohm nog intact.

De focus ging nu naar de exitatie spoel, en na het verwijderen van de papieren bescherming werd de spoelhouder in mijn zelfbouw wikkelmachientje met toerenteller geplaatst. De bedoeling was om de fijne koper emailledraad af te wikkelen tot aan de onderbreking. Daarna met nieuwe gelijkwaardige draad, het aantal wikkelingen terug aan te brengen (foto 13).

Naarmate ik de oude draad laag per laag verder afwikkelde, stak om de +/- 2500 windingen een dun isolatie papiertje tussen de lagen. Bij sommige papierlagen kwam ik zeer gekke toestanden tegen, waarvoor ik geen verklaring heb hoe dit door de jaren heen tot stand is gekomen (foto 14).

Ik bleef maar verder afwikkelen, maar geen breuk of knik in het emaille draadje te bespeuren. Uiteindelijk stond de afwikkelteller op 40.000 windingen en vond ik de breuk in de soldeerlas waar de dikkere ingaande draad aan bevestigd was. Dank u Murphy, ik had het op voorhand kunnen weten!

De ingaande dikkere draad lag met een plakband onderaan de spoelhouder vastgekleefd. Dit vond ik geen goed idee daar de spoelhouder van bij het begin opwikkelen reeds niet meer perfect rond was.

Eerst kleefde ik op de buitenzijkant van de spoelhouder een smal reepje printplaat van 1 mm dikte. Hieraan, zou ik tijdens de start herwikkelen, de dunne emailledraad van 0,1 mm naar buiten doorvoeren en vastsolderen. Op deze wijze bleef de spoelhouder perfect rond en werd er trekkracht op het emaille draadje voorkomen en kon er later met een dikkere soepele verbindingsdraad gesoldeerd worden.

Op mijn metaal draaibankje vervaardigde ik 2 hard houten centerstukjes welke perfect in de spoelhouder pasten. Zo kon de spoelhouder zonder slingeren opgespannen worden in de wikkelmachine (foto 15 & 16).

Na het instellen voor het zijdelinks geleiden van de wikkeldraad, kon het opwikkelen beginnen. Voor de volledige en juiste werkwijze zie: Wikkelmachine

Zoals bij het afwikkelen, plaatste ik telkens rond de +/- 2500 windingen op einde laag een dunne dubbelzijdige kleefband. Dit geeft als voordeel dat de draad perfect netjes naast elkaar aansluit en blijft liggen. Ik kreeg er terug 40.000 windingen op en met nog plaats voor een gekartonneerd papier errond. De totale Ohmse weerstand was 10K7 Ohm.

Volgende fase was al het gecorrodeerde metaal van de LS op te kuisen, herschilderen en daarna alles terug samen stellen. In mijn assortiment uitgangstransformatoren vond ik een geschikt model, voorzag dit van een pertinax plaatje met de nodige soldeerlipjes en de luidspreker was herboren (foto 17).

Voedingstransformator

Zoals bovenstaand al vermeld, had ik een voedingstransformator welke qua afmetingen, aardig in de buurt kwam van wat er origineel gemonteerd was. De leegloop uitgangsspanningen, (althans volgens het label, ooit door mijzelf aangebracht): HT 2 x 264 V., filamentspanning voor de gelijkrichter 4,2 V. en voor de radiobuizen 6 V. Op het eerste zicht was deze 6 V. raar, maar men dient er nog de spanningsval bij belasting van 3 buizen af te trekken. Van zodra ik de nodige buizen in mijn bezit had, maakte ik een testopstelling met de donor transformator en met de buizen onder de gloeistroom belasting. Verder met behulp van een regelbare draadgewonden weerstand als HT belasting. Voor alle zekerheid had ik de net-spanningskeuze op 245 V. gezet, dit voor 230 V. in. De gloeispanning van de radiobuizen wees 4,2 V. aan, en dit was wat aan de hoge kant. Met behulp van een keramische spoelhouder en wat weerstandsdraad construeerde ik een voorschakel weerstand, < 1 Ohm. Monteerde deze bovenop de transformator samen met een net zekerings-houder. Zo kreeg ik de gloeispanning wat naar omlaag: 3,9 Volt. De filamentspanning van de gelijkrichter was OK: 3,9 Volt (foto 18).

De transformator plaatste ik met behulp van 4 afstandsbussen op het chassis waardoor ik ruimte kreeg voor een mannelijke platte netstekker, net zoals bij het origineel.

2-voudige afstemcondensator

Vervolgens ging mijn aandacht uit naar de 2 x 500 pF afstemcondensator. De mechanische bediening zelf, werkte over gans de afstemband perfect. Maar bij nader toezien zag ik toch een groot probleem met de roterende CV platen, dit tegenover de vaste. Velen onder ons kennen wel het verouderings proces van zamac onderdelen. Door ouderdom en oxidatie treden vervormingen op in dit materiaal en gaat het zefs verpulveren. Bij deze CV waren duidelijke breedte verschillen merkbaar tussen de vaste platen, en de zamac was aan het uitzetten en vertoonde barsten (foto 19).

Voor mij was het duidelijk, de CV was onherstelbaar door de zamac pest. Een alternatief drong zich hier eveneens op, en na er een nachtje over slapen had ik de oplossing. Gans het groot stalen chassis waarin de CV’s ronddraaiden was stevig, nog in perfecte staat om er een degelijke vervanger er in te monteren. In mijn stock vond ik nog een NOS, kleiner van formaat met 3 sectie’s 500 pF en nog wat ruimte over om in het oorspronkelijke CV chassis te monteren. De 3e sectie was leuk meegenomen, kon dienst doen in samenwerking met de FM4 module (waarover later). Gans het afstemmekaniek met de defecte CV’s demonteerde ik, en haalde de pestzamac platen er uit. Het CV chassis werd gereinigd en met zilververf herspoten. Na het drogen werd de 3 voudige CV mooi in het center gemonteerd en voorzien van de nodige soepele verbindingsdraden (foto 20 & 21).

Vooraleer gans het vernieuwde afstemsysteem terug te monteren werden eerst beide grote aluminium spoelbussen bovenkant radiochassis samen met condensatordoos en elco verwijderd. Gans het radiochassis kon nu grondig gekuist en eveneens voorzien worden van een paar lagen zilververf. De aluminium spoelbussen zagen er na het opkuisen met staalwol als nagelnieuw uit. De elco en condensatordoos werden voorzien van nieuwe inhoud en opgekuist.

Alles werd nu keurig heropgebouwd en na het plaatsen van de buizen was de bovenkant terug de naam radiochassis waardig (foto 22).

Volume regelaar

De buitenkant van het chassis was zo goed als gerestaureerd, dus vol goede moed werd een aanvang genomen met het inwendige van de radio.

Het schema volgend, begon ik met de ingangskring. Het antennesignaal wordt rechtstreeks aan stator 1 van een variabele vlinder condensator aangeboden, waarvan stator 2 rechstreeks aan massa ligt. Met behulp van de rotor kan men het signaal naar behoeven inkoppelen op de middenaftakking MG spoel, welke op haar beurt een parallel resonatiekring vormt met de 500 pF CV. Op deze wijze kan men dus het radio volume regelen en op een RF afstemmen (fig. 2).

De variabele vlinder CV bevond zich op de linker bedieningsas vooraan buitenkant chassis en was ook geconstrueerd uit zamac. Verscheidene uren heb ik besteed aan de poging om deze weer functioneel te krijgen, te vergeefs. Na wat navragen kreeg ik de tip om dit onderdeel te vervangen door een Baxandall schakeling. Deze schakeling werkt in mijn geval heel goed, met behulp van 1 linaire potmeter van 200 KOm en 2 C’s van 22 pF. Met deze schakeling kan je eveneens de sterkte van de ontvangen antennesignalen regelen en toevoegen aan de parallel resonantie afstemkring. Dit signaal wordt vervolgens aangelegd aan g1 van B1: RENS 1284. En zo bekomt men de 1e maal versterking met daar bovenop volume regeling (fig 3).

Terugkoppeling

Het versterkte signaal wordt vervolgens via de 2e afgestemde kring aangelegd aan g1 van B2: RENS 1284, welke als anode detector staat ingesteld en de audio spanning versterkt. Via de anodekring van deze buis wordt eveneens het resterend HF signaal via een vlinder CV teruggekoppeld. Ook deze CV was defect door de zamacpest, onherstelbaar en moest ik een andere oplossing bedenken (foto 24).

De bediening van deze terugkoppel vlinder CV bevond zich rechts vooraan en deze heb ik gewoon weggelaten en vervangen door een toltrimmer, vast ingesteld op < 5pF. Daar ik voor de AM middengolf gebruik maak van een 8 kanaals MG modulator, welke alle 8 AM signalen even sterk uitzend, was het voldoende om met een vaste, juist ingestelde terugkoppeling te werken. Door deze werkwijze kwam de rechtse bedienings opening vrij voor het plaatsen van een 1 MOhm potentiometer met schakelaar. Dit voor de FM audio spanningsversterker, en volume regeling (foto 25 en fig. 3).

Eindversterker

De eindbuis was oorspronkelijk een Res164. Maar een goede buis van dit type had ik niet direct beschikbaar. Ik koos dan maar voor een moderne vervanger, de PL95 (fig. 3). Uiteraard diende hier de buisvoet aangepast te worden van een 7 pins miniatuur B7G voet naar de 5 pennen buisvoet. Een geschikte buisvoet had ik nog wel ergens liggen, en na wat knutselen had ik een degelijke eindversterker. De normale gloeispanning van de PL 95 is 4,5 Volt, maar bij 3,9 Volt doet deze het eveneens uitstekend (fig 4 en foto 26).

Verder diende ik nog een aanpassing in het chassis uit te voeren met een bijkomende cathode weerstand van 225 Ohm en afvlak elco daar de PL95 lamp indirect verhit wordt. De negatieve voorspanning is bij 200 Volt plaatspanning −7 Volt.

FM gedeelte

Zoals reeds besproken beschikte ik nog over de 3e vrije sectie van de afstem CV, en deze was dus bruikbaar bij het gebruik van de FM4 tuner. Deze inbouwtuner is de verbeterde versie van een vorige reeks tuners welke als afstemming werken via de bestaande AM afstemcondensator. De print afmetingen van deze tuner bedragen 50 X 40 mm en kan de volledige FM band tussen 87,5 en 108 MHz ontvangen. Dit printje werd binnenkant chassis van de SABA gemonteerd en neemt zeer weinig plaats in (foto 27).

Werking inbouwtuner

De volledige inbouwtuner bestaat uit drie ic's, het Philips FM ic TEA5767, een microcontroller PIC 12F1840 en een spanningsregulator 78L33. De zenderkeuze gebeurt bij de TEA5767. De PIC wekt AC signalen op en vormt samen met de afstemcondensator een oscillator. Verder meet de PIC 50 keer per seconde de oscillatorfrequentie en bepaalt op die manier de plaats van de naald op de afstemschaal. De frequentie wordt omgezet naar een waarde tussen 87,5 en 108 MHz. Deze transformatie gebeurt op basis van twee coëfficiënten die respectievelijk het begin en het einde van de schaal vastleggen. Kalibratie is hiervoor nodig. Ook zonder kalibratie is de PIC in staat het verschil te merken tussen een volledig ingedraaide en een volledig uitgedraaide CV.

De montage en calibratie is als volgt:

  • GND wordt verbonden met het chassis van de radio.
  • De + krijgt hier een ongestabilliseerde afgevlakte gelijkspanning via een bruggelijkrichter en een afvlak elco van 2200 µF.
  • Antenne: een draad van ongeveer 1m lengte volstaat om de meeste zenders te ontvangen.
  • CV: de vrije sectie 3 van de 3 voudige CV wordt hier op aangesloten.
  • AUDIO: via de golflengte omschakelaar in stand PU spreekt men een relais aan, welke op zijn beurt het AM audio frequent omschakelt naar FM audio.
  • CAL: niet verbinden, enkel aanraken tijdens het afregelen van de schaallengte. Neem hiervoor een weerstand van 100 Ohm. Verbind die aan 1 kant met het chassis. Draai de afstemcondensator helemaal in (max capaciteit). Raak het punt CAL gedurende circa 1 seconde aan met de andere zijde van de 100 Ohm weerstand. Het begin der schaal wordt zo vastgelegd op 87,5 MHz. Doe daarna hetzelfde met volledig uitgedraaide afstemcondensator. Het einde der schaal wordt nu vastgelegd op 108 MHz. Hun waarde blijft bewaard bij spanningsonderbreking. Vandaar dat de kalibratie na inbouw van de module slechts één keer moet gebeuren.

Externe FM voeding

Gemakshalve monteerde ik een aparte voedingstranformator: Sec. 1x24 Volt en 1x12 Volt voor de voeding van het FM gedeelte. Hiervoor plaatste ik een bruggelijkrichter met afvlakelco van 2200 µF. Dit voor de voeding FM module via de spanningsregelaar 78L33 en voor het audio omschakel relais. Verder beschikte ik nog over een aparte wikkeling 24 volt AC voor de schaalverlichting. Dit geheel werd uitgevoerd met een stekkerverbinding en monteerbaar in de binnenkant kast boven het radiochassis (foto 28 & fig 3).

Achterwand

Ondertussen was de herstelde bakelieten kast teruggekomen van de kunstschilder en het bijschilderen van de herstelde breuken waren prachttig uitgevoerd. Je moet het al weten en van dichtbij goed kijken om de bijgeschilderde delen te onderscheiden. Knap gedaan Jean Heymans.

Er restte mij nu nog een probleem: de ontbrekende achterwand.

Via internet kon ik afbeeldingen terugvinden van de originele achterwand en met behulp van de contouren achterkant bakelieten kast tekende ik een mal voor de te construeren achterwand op een dikke witte karton. Ook alle verluchtingsgaten en stekkerdoorgangen werden op de overeenkomstige plaatsen uitgetekend (foto 29).

Eens deze mal klaar werd deze bovenop 2 stukken unaliteplaat vastgekleefd en uit de losse hand werd met de boormachine alle te boren gaten aangebracht. Dit was wel een intens werkje maar het eindresultaat mocht na opkuisen gezien worden.

Eindmontage

Uiteindelijk kon ik het chassis, luidsprekerdoek, luidspreker en externe voeding monteren. Dit samen met de 5 bedieningsknoppen en de achterwand. Het radiowrak had een ware metamorfose ondergaan en mocht terug gezien worden! (Foto 30 inwendig en 31 achterwand).

Nabeschouwing

Al bij al heb ik dit donorwrak met veel vallen en opstaan terug een 2e leven gegeven, dus waar een wil is is een weg. Ik kijk tevreden terug naar het eindresultaat, en had nooit gedacht dat het ooit zo mooi zou worden. Het toestel staat nu al enkele jaren bij de rest van de verzameling.

Bronnen en ondersteuning:

  • Radiomuseum.org: Schematheek
  • NVHR: Schematheek & Tips en Truks
  • Eduard Hontelé: FM4 inbouwtuner & raadgevingen
  • Jean Heymans: Kunstschilder
  • Leon Schyvaert: Originele buizen
  • Internet: Detail afbeeldingen achterwand
  • Radiofil: FM 5 module. Ondertussen is men reeds aan de versie 5 van deze FM module. Deze kan men aankopen bij Radiofil

Nog veel leesplezier en hobbygenot.

Marc Van De Voorde